Ziekte van Weil
Bij de ziekte van Weil zorgt de bacterie Leptospira voor acute leverontstekingen.
De ziekte van Weil wordt overgebracht door ratten en muizen.
Mensen lopen de ziekte het meest op door te zwemmen in open water, vaak in
(sub)tropische gebieden. De ziekte start met koude rillingen, koorts, spierpijn,
misselijk zijn en braken, hoofdpijn en een daling van de bloeddruk.
De symptomen starten 5-10 dagen na de besmetting.
Een dag of 4 na de eerste verschijnselen ontstaat er geelzucht door
leveraantasting.
Wanneer de ziekte doorzet kunnen er zelfs bloedingen
ontstaan, beginnend bij
de slijmvliezen. De ziekte kan ook mild verlopen,
meestal blijft het dan bij milde
griep verschijnselen.
Wanneer er geen goede behandeling
wordt gestart kan
het zelfs tot de dood leiden.
|
|